Edmond Öfner

edmond quote

uit: Wat je ziet doe je zelf,  van Toor & ter Weele, 2020, pagina 203, download hier de pdf versie

Voormalig alpinist en expeditieleider Edmond Öfner heeft het leven uitgedaagd en de dood getart. De natuur confronteerde hem met zijn eigen kracht en zwakte, maar leerde hem ook heel veel over high performance teams en samenwerking. Voor hem gaat Natuurlijk Leiderschap over openheid en samen leren op vier niveaus.

“Een belangrijk element van Natuurlijk Leiderschap is voor mij dat je als leider goed gegrond bent in je eigen energie. Dat je al je zintuigen gebruikt om te voelen wat er speelt in een team en stilstaat bij wat dat bij jou oproept. Het is dus naar buiten kijken, naar binnen kijken en aanspraak maken op kennis, instinct en intuïtie. Bij intuïtie horen gedachten, normen en waarden, terwijl instinct voor mij oorspronkelijker is. Dat je voelt, zonder te weten waarom: er is iets goed of niet goed. Tijdens expedities wordt dat instinct meer aangesproken; in de natuur kun je je plek als mens of als team ook zo zuiver voelen.”

Four Level Learning

“Op die kracht van de natuur moet je je goed voorbereiden, maar dat geldt voor iedere klus die je moet klaren. Dat kun je op vier niveaus doen: fysiek, mentaal, emotioneel en spiritueel. Ik noem dat ‘Four Level Learning’. Het fysieke niveau is het meest tastbaar, en daardoor ook relatief gemakkelijk veranderbaar. Het mentale niveau heeft te maken met alles wat er in je hersens gebeurt, het gedachtenmanagement. Het emotionele level heeft te maken met al je gevoelens. Sommige mensen zijn zeer kundig geworden in het wegstoppen daarvan, maar emoties zijn er gewoon, dus laat ze maar toe en geef ze een juiste plek. De plek is je hart. Het vierde niveau is het spirituele, dat verwijst naar de waaromvraag. Voor mij is dat het besef dat je onderdeel uitmaakt van een groter geheel. In de natuur voel je dat meteen. Je hoort jezelf ademhalen, het kloppen van je hart, en je voelt de aarde onder je voeten. Dit gaat over de zin, het zijn en je bijdrage. Dat is terugkomen in mijn oorspronkelijke energie.”

Elkaar breed ontmoeten en ondersteunen

“Veel expedities mislukken door wat er onderhuids in een team gebeurt onder dit soort extreme omstandigheden. Ik ben ervan overtuigd dat een brede voorbereiding op alle vier die niveaus ertoe leidt dat je elkaar kunt ontmoeten en ondersteunen in de strijd die je voert met jezelf, met elkaar, de natuur en het beoogde doel. In reguliere werksituaties geldt dat ook. Wanneer je jezelf waarlijk laat zien, met al je mogelijkheden en onmogelijkheden, dan raak je aan een menselijke kwetsbaarheid. Niet iedereen durft die openheid aan.

Ik heb heel goede klimmers gekend, die zo'n expeditie toch met de dood moesten bekopen omdat ze over hun eigen grens gingen of niet begrensd werden door hun eigen teamleden. Zelf ben ik helemaal niet zo'n supergetalenteerde klimmer, maar ik heb wel goed contact met mijzelf en mijn teamleden. Dat heeft me ver en hoog gebracht. Ik durf kwetsbaar te zijn en klein, ik durf terug te keren als het niet goed voelt. Daarom leef ik nog steeds.”

Tussen leven en dood

“Tijdens een expeditie sta ik met mijn voeten op de aarde, en zit ik met mijn hoofd in de wolken. Leven en dood draag ik altijd met mij mee, zelfs in mijn naam, Edmond Ignatius. Voor mijn geboorte kreeg mijn vader een zwaar motorongeluk. Maandenlang zaten de broeders van het jezuïetenklooster naast zijn bed, terwijl hij zweefde tussen leven en dood. Toen hij wonderwel herstelde, besloot hij zijn eerste zoon te noemen naar de oprichter van de orde, Ignatius van Loyola. In mijn naam draag ik dus niet alleen zijn bijna-dood bij me, maar ook zijn levenskracht. Zo zou je de oorspronkelijke onvermijdelijkheid van mijn zoektocht in dit bestaan kunnen noemen. In de natuur heb ik gevonden wat ik zocht: een soort orde, en een instinctief begrijpen waarom je doet wat je doet, en bent wie je bent.”

De rand van het onbekende

“Persoonlijk leiderschap heb ik ook moeten tonen toen ik besloot te stoppen met expedities. Dat was toch mijn ego, mijn geld, mijn aanzien. Om daar op een bepaald moment afstand van te nemen, ja, wie ben je dan? Wat kan je en wat wil je? Uiteindelijk wist ik: ik heb dit niet meer nodig, er zit geen leercurve meer in. Dat was lastig, omdat ik daarmee ook een wereld vaarwel zei die ik ontzettend prettig vond. Nu zoek ik nog steeds de spanning op, maar dan in het faciliteren van leer- en ontwikkeltrajecten met leiders en ook in de studies conflictmanagement en systemisch werk in organisaties die ik heb opgepakt. Die overstap was spannend, maar alles waarvoor je bang bent, daarvan heb je extreem veel te leren. Dat is dus nu ook wat ik doe in mijn huidige werk: ik neem mensen en teams mee naar hun eigen rand van het onbekende, daar waar te leren is.”